Luc Van de Sijpe geeft op dinsdag 12 december- op uitnodiging van de Aarlese heemkundekring-een lezing over de teutenhandel. Deze presentatie wordt gehouden in Conferentiecentrum De Couwenbergh en begint om 20.00 uur.                                                                                                                                        

Het is van alle tijden: wanneer mensen hun dagelijks brood niet meer kunnen verdienen in de eigen streek dan gaan ze dat brood elders zoeken. Van 1550 tot 1648 hadden de kleine Kempense boeren af te rekenen met een bijna honderdjarige economische crisis. Er waren boeren die rondreizende kooplui werden, die maandenlang van huis waren om hun waar aan de man te brengen. Ze werden ’teuten’ genoemd. Teuten waren rondreizende handelaren en ambachtslui, meestal afkomstig uit de Kempen. De arme zandgronden noopten hen om een inkomen te zoeken. Vanuit hun thuisbasis vertrokken zij in de lente met hun koopwaar op de rug naar Luxemburg, Frankrijk, Nederland en Duitsland. Sommigen gingen zelfs helemaal naar Denemarken. Ze waren gemiddeld negen maanden per jaar van huis. De teuten waren georganiseerd in compagnieën. Ze verkochten koperwaren, aardewerk en textiel. Het woord ’teut’ komt waarschijnlijk van Teutoons (Germaans of Duits).               Luk Van de Sijpe (1957), behaalde  in 1981 zijn master in de Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Hij is voorzitter van de Federatie van Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg en voorzitter van de Geschied- en Heemkundige kring ‘De Goede Stede Hamont’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *